Zoetermeer Parijs Zoetermeer, deel 2.

Geef mij maar een bak bami.

Het is 6 uur als ik bij het keerpunt ben bij de Eiffeltoren, en ff zoeken naar het controlepunt, maar de grote vlag verteld me waar Leo en zijn collega staan. Ze geven aan dat ik als tweede binnenkom en gelijk staan er ook een stelletje bewapende Franse militairen bij Leo, om te vertellen dat hij de gasfles moet verwijderen.
Kan een bom zijn meneer, is de reden. Leo begrijpt het niet en ik vertel in het Engels waarvoor ze de gasfles nodig zijn, om mij een bakje koffie te geven en een heerlijk bord warme soep.

Nou dat moeten ze toch wel snappen, maar ze zijn onverbiddelijk en die fles moet weg, te gevaarlijk, tja en wat doe je dan als gehoorzame Hollander, je luistert. Ja, die jongens hebben geweren waar je u tegen zegt en ik ga het niet uitproberen, gelukkig is het water al warm, dus ik heb mazzel, degene die na me komen zullen het met een lauwer of koud bakje moeten doen. We wisselen informatie uit en ondertussen hap ik alles naar binnen wat er langs komt, een eitje, een broodje, bakje koffie, bord soep, en nog wat anders spul.
Tijdens zo’n tocht gaat alles erin en je hoeft nooit naar de wc. waar het blijft, ik weet het niet, maar alleen wel blijven pissen, anders droog je uit.

Tja, die groene fles he!

Kwart voor 7 begint het te waaien en de eerste druppels vallen, dus ik pak mijn spullen en dat doen Leo en collega ook, want anders regent alles nat. Als ik de terugreis aanvang barst de bui los en ik maak gelijk gebruik van de kap om nog een beetje droog te zitten.
“We gaan naar huis”, schiet door mijn gedachte en met een glimlach trotseer ik de regen en probeer me weer door de spits in Parijs te worstelen. Het eten en de rust heeft me goed gedaan, want ik gaat Parijs uit makkelijker voor mijn gevoel dan erin, en het vooruitzicht van een Mac buiten Parijs, tja dat geeft de burger moed, nog ff wat warm eten voor de nacht.
(Later hoor ik dat Leo en collega het controlepunt buiten Parijs hebben gebracht en Eiffeltoren gelaten hebben voor wat het was, Tjonge had ik ook wel gewild, scheelt je een hoop ergernis. Het is ook niet handig, om in zo’n grote drukke stad, een keerpunt te maken, andere grote tochten doen dit ook niet, die blijven aan de rand of gaan er omheen.)

Na een klein uurtje sta ik bij de Mac, en bestel voldoende, zodanig dat ik wat over hou om ook tijdens de nacht nog wat te hebben. Hier zit ook een halve liter cola bij, om wakker te blijven, want het wordt de tweede nacht zonder plannen om te gaan slapen. Als ik verder ga zie ik dat de lucht in het noorden flink zwanger is van de regen en het ook laat vallen, tjonge denk ik, daar had ik kunnen fietsen. Later zie ik grote plassen en op de hellingen loopt het water nog naar beneden, maar ik heb er geen last van, waar zo’n Mac al niet goed voor is:-)). Op de helling die op de heenreis al remmend genomen moest worden, sta ik ff stil om wat te eten en de laatste deelnemer, (een Duitser) komt naar beneden rijden, zo die moet nog een stukje. In het kleinste verzet ga ik later omhoog met toch nog 7, 8 km op de teller, hiermee bewijzen de ovale tandwielen mij een grote dienst want het oude stoempen is er niet, en ik kan blijven draaien zonder overbelasting.

Montdidier is de eerste vrije controlepost en daar vind je om 1 uur s’nacht zelfs geen hond op straat laat staan dat er iets open is om iets te kopen, ik maak maar een foto van een winkel. Als ik zit te eten komen Bert en Jeroen langs/voorbij met zelfs een volgauto achter hun aan, en ze fietsen gelijk door, de chauffeur van de auto vraagt of ik genoeg drinken voor de nacht heb, en dat heb ik. Dus ik bedank hem. Teller staat op 616 km en de volgende halte is in Bapaume op 680 km.

Ik ga verder de nacht in en maak er het beste van, het is koud en vochtig vanwege de buien, maar het humeur is goed en voor mijn gevoel gaat het nu steeds makkelijker worden, de route is vlakker en het klimmen blijft nu ff achterwege omdat dit het vlakke stuk in Frankrijk is, wel moet ik hier een paar boerenkarren sporen passeren en dat stuk met split erop. Opeens staan Bert en Jeroen voor me met auto, Jeroen heeft de ketting kapot en is bezig deze weer in elkaar te zetten. Ik vraag of hij een sluitschakel nodig heeft, maar dat is niet nodig. Ik ga weer door, en begin toch wel last van een slaapdip te krijgen.
Als het iets over 2 uur in de nacht is besluit ik om een de ogen ff dicht te doen op een luw plekje in een dorpje, zo gezegd zo gedaan, dikke kleren aan, ijsmuts op, fiets dicht en de benen gestrekt, zo lig ik redelijk beschut in de fiets, achter een dikke heg.

Na een half uur, lig ik te bibberen van de kou en ga weer verder, niet dat ik geslapen heb, maar de ogen zijn dicht geweest en hebben wel rust gehad. Dit heeft altijd een positief effect bij mij, het duurt ff voor ik weer warm ben, maar het tempo is gelijk wel hoger en ik ben niet zo duf meer in het hoofd.
Als ik ff later in Bapaume ben op 680 km en weer ff, zit en een foto van een stambeeld maak komen Bert en Jeroen me weer voorbij, dit keer zonder auto.
Ik ga achter ze aan en we rijden ff samen op, ze hebben ook geslapen/gelegen. Na weer een paar boerenkarren sporen met gaten waar de halve fiets in past, rijdt ik ze voorbij als het bijna licht is en ik zie ze daarna niet meer. Maar ik ben blij met de contacten die we gehad hebben, want ze helpen je wel de nacht door.

Onderweg.

Hierna volgt de rit naar Tournai op 757 km waarbij er weer wat heuvels komen, en die doen toch wel weer zeer. Ook krijg ik steeds meer last van mijn rechterbil, toch verkeerd gezeten of zo op de heenreis. Het laatste stuk voor Tournai is erg mooi asfalt, ik hoor de Quest niet eens meer, de fiets zoeft over het asfalt en de snelheid is erg hoog. In mijn geheugen staat dat de eerste 250 km makkelijk waren, omdat ik op de heenreis ontspannen achter Bert en Jeroen reed tijdens de eerste nacht. Nu ik alleen rij trap ik toch het vermogen wat ik heb, en kom klimmen en afdalingen tegen die ik in de eerste nacht helemaal niet opgemerkt heb, was zeker met andere dingen bezig dan met fietsen.
In Tournai moet ik weer een parkeermeter kaartje pakken en gelijk zie je de Fransen weer belangstellend naar mijn fiets kijken. Maar ja ik spreek geen Frans, en die Fransen spreken alleen maar Frans :-))

Na Tournai is het nog 250 km, met een stop in Antwerpen, net zover als de Elfsteden denk ik dan, en dat moet te doen zijn. Is het ook wel, maar dit is Belgie en niet Friesland. Er volgen nog een paar heuvels tot 100 mtr hoogte, en die hoogte is niet erg, maar wel het percentage, ik snap niet dat ik dit gemist, niet geregistreerd heb op de heenreis, komt denk ik gewoon omdat ik gevolgd heb, en dan is het  makkelijker rijden.
Wel zit er een heerlijke lange afdaling in, beetje bochtig waarbij je niet hoeft te remmen. Echt ff genieten.
Al redelijk ver voor Antwerpen zie je dat Antwerpen er aan komt en het is één rechte weg Antwerpen in,
met allemaal winkels aan de rechterkant, hoezo crisis, de ene winkel is nog mooier en groter dan de ander, en iedereen is aan het winkelen lijkt het wel, tjonge wat een volk op een zaterdagmiddag.

Het centrum van Antwerpen is een crime om door te komen met een fiets, zeker met een Quest. Maar ik worstel en kom boven. Na uiteraard de parkmeter gevoed te hebben met de nodige financiële middelen.
Ik ga Antwerpen weer uit en ben er niet rouwig om, er volgen nog een paar stevige puisten en een fietspad wat er uit ligt voordat ik opeens op 820 km een open restaurant zie waar ik een kopje koffie scoor en een telefoon zodat ik Grytsje kan bellen.
Ik geef aan dat het ongeveer 9 uur wordt voordat ik binnen ben en het is dan 12 uur, en met een gemiddelde van 5 uur per 100 km klopt die inschatting wel aardig,
Na de koffiestop gaat het als een speer want de heuvels worden vlakker en de afdalingen langer, het gemiddelde begint zelfs te stijgen en dit rijdt natuurlijk heerlijk. Als ik vlak voor de grens ben, en nog 90 moet en het half 5 is, besluit ik om eerst een dikke patat te scoren bij de eerste de beste Belgische patatboer en dan te gaan voor de tijd binnen de 48 uur. want 90 km in 3 uur moet kunnen met een vette hap achter de kiezen.

Zo, daar ben ik dan.

Zo gezegd zo gedaan, en we gaan met goede moed de strijd aan met deze afspraak. Dit betekend wel een kruissnelheid van boven de 35, en dat is na 900 km toch wat lastiger dan na 0 km.
Maar het lukt aardig en ik kan inlopen, maar als ik in Nederland kom moet ik door grote plaatsen en de van Brienenoordbrug en nog wat andere lastige obstakels. En dan is het gemiddelde snel weer om zeep geholpen.
Al met al kost het wat moeite, maar om 6 min voor 8 stap ik de kantine binnen en meldt me daar. Leo punctueel als hij is, kijkt wat later op zijn klokje en noteert 5 min voor 8. Maakt niet uit, doel is bereikt.
Gemiddelde rijsnelheid is 25,8 en heb 38 en nog wat uur gefiets, totaal aantal kilometers is 1013 geworden en 5 min voor half 8 had ik er 1000 km op zitten.
Ik ben aardig moe en merk aan mijn bovenbenen dat het toch wel wat gevraagd heeft de laatste 3 uur.

Ik doe me te goed aan verschillende voedingsstoffen die me aangeboden worden, en ga de fiets laden want er komt weer een onweerswolk aan. Leo en collega’s helpen me en als alles vast zit ga ik om 9 uur naar huis.
Ik zeg Saluut. Heb nog wat in te halen.

8 gedachten over “Zoetermeer Parijs Zoetermeer, deel 2.”

  1. Mooie prestatie Peter! En ook leuk om je verslag te lezen.

    Frankrijk laat ik nog maar even links liggen qua fietsten. Maar eens afwachten of er weer eens een Lowlands 1200 komt 🙂

    Groet,

    Dirk

    Beantwoorden

Laat een reactie achter aan blauwe682 Reactie annuleren